Met invoering van de WWZ is het een vereiste dat de werkgever eerst onderzoekt of er mogelijkheden zijn tot herplaatsing voordat tot ontslag wordt overgegaan.
In de praktijk komt veelvuldig voor dat de werkgever zelf beoordeelt of herplaatsing van de werknemer in een andere functie mogelijk is. De kantonrechter van Rechtbank Midden-Nederland heeft in augustus jl. geoordeeld dat dit niet voldoet aan goed werkgeverschap. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag in strijd is met de wet (artikel 7:669 lid 1 BW), nu de werkgever geen enkel overleg heeft gevoerd met de werknemer over herplaatsingsmogelijkheden. De werkgever had de werknemer moeten betrekken bij zijn onderzoek, aldus de Kantonrechter. En volgens de Kantonrechter was onvoldoende door de werkgever duidelijk gemaakt dat, wat op voorhand volstrekt helder was, herplaatsing niet mogelijk was, waardoor overleg zinloos zou zijn.
Aan de werknemer is een billijke vergoeding toegekend van € 15.000,00 bruto, wat gelijk stond aan ongeveer 2 maandsalarissen bij een dienstverband van 3 jaar.