Minister Asscher heeft op 21 april jl. een voorstel naar de Tweede Kamer gestuurd over een aantal aanpassingen van de WWZ. Deze aanpassingen zullen hieronder worden toegelicht.
Ketenregeling en seizoensarbeid
De huidige ketenregeling bepaalt dat maximaal driemaal achtereenvolgend een tijdelijk contract kan worden gesloten met een totale periode van maximaal twee jaar, zonder dat een contract voor onbepaalde tijd ontstaat. De keten gaat opnieuw lopen zodra er een tussenliggende periode is van meer dan zes maanden.
Deze regeling leidt tot problemen in sectoren waar seizoenswerk gebruikelijk is. De Minister stelt daarom voor om de mogelijkheid te creëren om voor werknemers die ‘vanwege natuurlijke of klimatologische omstandigheden’ maximaal negen maanden per jaar aan het werk kunnen (bijvoorbeeld in de land- en tuinbouwsector), de tussenpoos van zes maanden bij cao terug te brengen naar drie maanden. Het kabinet laat het aan cao-partijen over om te besluiten voor welke functies de afwijking geldt. De Minister streeft ernaar om deze aanpassing per 1 juli 2016 in te voeren.
Transitievergoeding
Langdurig arbeidsongeschikte werknemer
Een werkgever dient bij beëindiging van een arbeidsovereenkomst een transitievergoeding aan de (arbeidsongeschikte) werknemer te voldoen indien de werknemer tenminste twee jaar in dienst is en de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever wordt beëindigd. Om onder betaling van de transitievergoeding uit te komen laten veel werkgevers de arbeidsovereenkomst na twee jaar ziekte nu “slapende”. Hier zitten echter beslist ook risico’s aan voor de werkgever.
De Minister stelt voor om werkgevers te compenseren voor de transitievergoeding die zij moeten betalen bij ontslag van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf) dat wordt beheerd door het UWV. Werkgevers moeten hier een uniforme premie voor afdragen en betalen hier per saldo dus zelf voor.
Vervangende cao-regeling
Een transitievergoeding kan worden uitgesloten als een cao een gelijkwaardige regeling kent. Die gelijkwaardige regeling kan onder meer bestaan uit een eigen vergoedingsregeling, scholingsfaciliteiten, outplacement of een bovenwettelijke WW-regeling. Voorwaarde is dat de waarde van de cao-voorziening voor een individuele werknemer gelijk is aan de transitievergoeding waar hij recht op zou hebben gehad. De Minister stelt voor om deze voorwaarde te laten vervallen, omdat dit in de praktijk praktische problemen oplevert. Cao-partijen mogen dan zelf bepalen wat de inhoud van de voorziening wordt en deze kan dus ook lager uitvallen dan de transitievergoeding. Het moet wel gaan om een CAO die met vakbonden is afgesloten die leden hebben onder de werknemers.
De aanpassingen over de transitievergoeding worden opgenomen in een wetsvoorstel dat op 1 januari 2018 in werking zal moeten treden. Het wetsvoorstel zal naar verwachting begin 2017 bij de Tweede Kamer worden ingediend.