In een recente uitspraak heeft het Gerechtshof Den Haag (Gerechtshof Den Haag 2 mei 2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:738) een loonvordering van een werknemer van een callcenter die het standpunt innam dat opstarttijd ook werktijd is (en dus betaald dient te worden) toegewezen. Deze uitspraak kan voor alle werkgevers die hun personeel verplichten eerder aanwezig te zijn, financiële gevolgen hebben.
Waar ging het in deze zaak om?
In de planningsregels van een callcenter, is bepaald dat de callcentermedewerkers zich 10 minuten voor de start van hun dienst moeten melden bij de supervisor. In deze 10 minuten dienen de werknemers de computer te ontgrendelen, enkele programma’s op te starten en in te loggen op de telefoon zodat de werknemers exact op tijd klaar zitten voor hun eerste call.
Een van de werknemers van het callcenter maakt aanspraak op nabetaling van salaris over deze 10 minuten opstarttijd, die volgens hem als werktijd aangemerkt moet worden.
Het callcenter stelt zich op het standpunt over de opstarttijd geen loon verschuldigd te zijn. Volgens het callcenter is de vroege aanwezigheid niet zodanig essentieel voor het uitvoeren van de werkzaamheden dat er consequenties aan worden verbonden als de medewerkers zich niet houden aan de verplichte opstarttijd. Verder stelt de werkgever dat in de betreffende 10 minuten de werknemers geen instructies krijgen en nog niet opgeroepen kunnen worden om de callcenterwerkzaamheden te verrichten. Bovendien is het volgens het callcenter relevant dat de klanten pas betalen vanaf het moment dat de dienst is gestart.
Oordeel Gerechtshof Den Haag
Net als de kantonrechter in 2021 (Rechtbank Den Haag 8 december 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:16078) is het hof van oordeel dat de 10 minuten die de werknemer voor aanvang van zijn dienst aanwezig moet zijn, geldt als betaalde arbeidstijd. In de 10 minuten voor aanvang van de dienst wordt de werknemer immers geacht aanwezig te zijn op de werkplek en zich gereed te maken voor zijn dienst. Hieruit volgt dat de callcentermedewerker beperkt is in zijn mogelijkheden zijn tijd aan eigen zaken te besteden. Dat hij in die tijd nog niet productief is voor de werkgever, omdat dat de werkgever pas door haar klant betaald wordt vanaf het moment dat de medewerker “in de lijn zit”, doet daar volgens het hof niet aan af.
Het oordeel van de Haagse kantonrechter wordt door het hof in stand gelaten, zodat de werkgever over de opstarttijd verschuldigd is:
- achterstallig loon,
- vakantiegeld,
- wettelijke verhoging (50%), en
- wettelijke rente.
Ook de proceskosten zijn voor rekening van de werkgever.
Les voor de praktijk
Voor werkgevers is het belangrijk te weten dat verplichte opstarttijd kwalificeert als arbeidstijd, waarover loon betaald dient te worden.
Voor loonvorderingen geldt een verjaringstermijn van 5 jaar dus werknemers kunnen nog een flinke tijd later een loonvordering instellen. Wordt die vordering toegewezen, dan is de kans groot dat de werkgever niet alleen het loon, maar ook de wettelijke verhoging en wettelijke rente dient te betalen.
Wilt u meer weten over loon of heeft u een andere arbeidsrechtelijke vraag? Wij helpen u daar vanzelfsprekend graag mee! Neem gerust contact op met een van onze arbeidsrechtspecialisten.
Brigit van de Ven-Meier, vandeven@milestoneadvocaten.com, +31 6 23 93 65 79
Caroline van der Zwet, vanderzwet@milestoneadvocaten.com, +31 6 29 59 71 64
Frouke Vlaskamp, vlaskamp@milestoneadvocaten.com, +31 6 50 60 23 15
Caroline Huizinga, huizinga@milestoneadvocaten.com, +31 6 30 62 82 82