Op 3 april jl. heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Karien van Gennip, een brief ‘Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket’ aan de Tweede Kamer gestuurd. De brief heeft betrekking op de door het kabinet gewenste hervorming van de arbeidsmarkt waarover wij eerder al een blog schreven naar aanleiding van de ‘Hoofdlijnenbrief Arbeidsmarkt’ van 5 juli 2022. We hebben een aantal van de plannen voor u uitgelicht.
Meer zekerheid voor werkenden
Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen
Voor zelfstandigen komt er een verplichte betaalbare arbeidsongeschiktheidsverzekering. Deze verplichting geldt overigens niet voor DGA’s en resultaatgenieters.
Van oproepcontract naar basiscontract
Oproepcontracten, zoals nuluren- en de huidige min-/maxcontracten worden afgeschaft. In plaats daarvan komt er basiscontract. Werknemers krijgen binnen een basiscontract zekerheid over het minimaal aantal uren dat zij worden ingezet en daarmee ook over het minimale inkomen in een periode. Werknemers moeten in een basiscontract wel een aantal uren boven het aantal minimale uren beschikbaar blijven voor de werkgever. De beschikbaarheids-bandbreedte zal met hard percentage (130% van het minimaal aantal uren) worden vastgesteld, waarbij werknemers het recht krijgen om buiten de vooraf bepaalde en vastgelegde beschikbare uren de oproep te weigeren. Losstaand van het basiscontract, blijven contracten met jaarurennormen mogelijk.
Uitzendkrachten eerder zekerheid
Uitzendkrachten krijgen sneller, na 52 weken, een contract met meer zekerheid bij het uitzendbureau waar zij werken. De onzekere fasen worden verkort. Bovendien krijgen zij eerder recht op een vast contract.
Ketenregeling tijdelijke contracten wijzigt
De regels voor tijdelijke contracten worden strenger, zodat tijdelijk werk ook echt tijdelijk wordt ingezet. Na drie aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever, mag pas na vijf jaar een nieuw tijdelijk contract worden gegeven in plaats van na zes maanden (zoals nu geldt). Zo wil het kabinet een einde maken aan draaideurconstructies, waarbij werkenden langdurig van tijdelijk contract naar tijdelijk contract gaan.
Meer wendbaarheid voor ondernemers
Wijziging regels zieke werknemers
Voor kleine en middelgrote werkgevers (tot en met 100 werknemers) veranderen de regels met betrekking tot zieke werknemers, zodat ze eerder duidelijkheid krijgen over de mogelijkheden een werknemer te vervangen.
Kleine en middelgrote werkgevers kunnen al na één ziektejaar duidelijkheid krijgen over de mogelijkheid van duurzame vervanging van deze werknemer, zodat zij hun bedrijfsvoering kunnen voortzetten. De re-integratie richt zich in het tweede ziektejaar in principe op het tweede spoor (bij een andere werkgever). Let op: mocht de werknemer in het tweede ziektejaar herstellen, en heeft de werkgever zijn functie nog niet duurzaam vervuld, dan houdt de werknemer het recht op zijn eigen functie weer te gaan vervullen.
Voor grotere werkgevers blijven de huidige re-integratieverplichtingen gelden. Zij hebben meer mogelijkheden om in de eigen organisatie passend werk te creëren voor werknemers die aan het re-integreren zijn.
Investeren in tweede spoor en bedrijfsartsen
Omdat de bedrijfsarts een cruciale rol in het adviseren van werkgevers en werkenden speelt en er op dit moment sprake is van een groeiend tekort aan bedrijfsartsen, treft de minister in 2023 en 2024 een noodmaatregel van tijdelijke publieke medefinanciering van de opleiding tot bedrijfsarts en een tijdelijke bijdrage aan kwaliteitsverbetering van de bedrijfsarts.
Crisisregeling Personeelsbehoud
Ook komt er een regeling waarmee personeel behouden kan worden in het geval van een crisis of calamiteit die buiten het ondernemersrisico valt. Werknemers kunnen dan maximaal een half jaar ergens anders werken of minder werken met behoud van WW-rechten.
In het voorjaar volgt een uitgebreide brief over de Crisisregeling Personeelsbehoud.
Voorkomen schijnzelfstandigheid
Het kabinet wil dat zoveel mogelijk duidelijk is wanneer sprake is van een arbeidsrelatie met een zelfstandige (op basis van een overeenkomst van opdracht) en wanneer van een arbeidsovereenkomst. Daarom worden de regels rondom de kwalificatie van de arbeidsrelatie verduidelijkt en gaat hierop gehandhaafd worden.
In de voortgangsbrief werken met en als zelfstandige heeft het kabinet aangegeven hoe de regelgeving rondom de beoordeling van arbeidsrelaties zal worden verduidelijkt: ter structurering van de open norm ‘werken in dienst van’ worden drie hoofdelementen benoemd:
- materiële ondergeschiktheid (toezicht, instructies, etc.)
- de organisatorische inbedding van het werk; en
- zelfstandig ondernemerschap binnen de betreffende arbeidsrelatie (als contra-indicatie voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst).
Het kabinet werkt daarnaast aan een civielrechtelijk rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst, gekoppeld aan een uurtarief. De tariefgrens wordt nog nader bepaald en zal mogelijk liggen tussen de 30 en 35 euro.
Op korte termijn zal de handhaving op schijnzelfstandigheid worden verbeterd en versterkt. Uiterlijk op 1 januari 2025 zal weer worden gehandhaafd.
Afsluitend
Het is de bedoeling dat alle veranderingen de komende drie à vier jaar worden ingevoerd. De minister hoopt in het voorjaar van 2024 een wetsvoorstel aan te bieden.
De arbeidsrechtspecialisten van Milestone Advocaten houden u uiteraard op de hoogte!
Brigit van de Ven-Meier, vandeven@milestoneadvocaten.com, +31 6 23 93 65 79
Caroline van der Zwet, vanderzwet@milestoneadvocaten.com, +31 6 29 59 71 64
Frouke Vlaskamp, vlaskamp@milestoneadvocaten.com, +31 6 50 60 23 15
Caroline Huizinga, huizinga@milestoneadvocaten.com, +31 6 30 62 82 82